Uitgelicht: Woestijnzand en gierende gitaren

We blijven nog even in Afrika. Het is zo'n Luilekkerland aan mooie muziek daar, ik kan het niet nalaten te proberen u enthousiast te maken daarvoor. Vieux Farka Touré wordt vandaag in het zonnetje gezet in Uitgelicht. Om 15.26 én 15.55 uur vandaag bij Fabiola in het eerste uur Kunst & Cultuur op Vrijdag op Amsterdam FM. Twee nummers zelfs omdat hij zulke mooie muziek maakt. Hard en zacht. Gierende electrische gitaren en elegant getokkel.  Expressief en introspectief.


Ik nam, jaren geleden, serieus aan dat de man met de toevoeging "Ouwe" voor zijn naam dan wel de vader of misschien zelfs wel de opa van Ali Farka Touré zou zijn. Je weet wel, zo'n hele eerbiedwaardige oude heer met wit geworden kroeshaar en misschien een witte baard, gezeten op een kaalgevreten tak in een eindeloos okergeel woestijnlanschap in het noorden van Mali. De wind, die een prachtig blauw Malinees gewaad om hem heen waait terwijl hij naar de einder staart, ondertussen achteloos en totaal onthaast de prachtigste slepende blues aan zijn gitaar ontfutselend. Zoals Ali Farka dat deed, zo stelde ik me dat voor- maar dan iets traditioneler. 
Ali Farka Touré, de Malinese gitarist die liet horen dat de blues toch echt uit Afrika kwam. Uit Mali om precies te zijn.

 

Wie schetst dan ook mijn verbazing toen ik Vieux zag: een grote, eigenlijk best erg jónge man, wél lopend in het okergele woestijnzand van noord Mali, dat dan weer wel maar in eigentijdse kledij, die prachtig ton sur ton kleurt bij het oker en de strakblauwe lucht. Met een electrische gitaar in de hand leunt hij op zijn tweede cd "Fondo", waar ik twee tracks van uitkoos, in spijkerbroek tegen de achterkant van zijn toerbusje.

 

Zijn vader schijnt hem ten zeerste ontmoedigd te hebben een toekomst in de muziek op te bouwen. Hem was zelfs een carrière in het leger toebedacht maar het bloed kroop ook hier waar het niet gaan kon: ook Vieux voelde de Malinese blues in zijn vingers kriebelen. Die jeuk was niet te negeren, hij ging in het geheim gitaarspelen, een muziekopleiding volgen in Bamako en in 2005 rolde, nadat daar uitdrukkelijk toestemming voor gevraagd moest worden aan Ali Farka Touré en de dorpsoudsten in zijn geboortedorp Niafunké, Vieuxs eerste cd van de persen. Zijn vader speelde er zelfs op mee, zo'n talent stop je niet weg in het leger moet die ook gehoord hebben, dat geef je ruim baan.
Zijn tweede cd was "Fondo". Traditioneel in het af en toe totaal onthaaste tempo waarin je hoort dat men daar nog luxueus veel van heeft: tijd. Tijd voor de essentiële zaken des levens, tijd voor introspectie, tijd voor elkaar.


Maar hoor: de nieuwe tijd is daar: de Malinese rust wordt opgejaagd door felle, gierende uithalen en gedreven, opruiende ritmes; grote-stadsritmes waar je de Tuaregpop-nieuwe-stijl-van-nu, zoals Bombino, al in de verte hoort aanwaaien.
Helder en knisperend als een heel vroege, nog vriesachtige ochtendlucht. Zo klinkt Chérie Le uit de radio om ongeveer 15.26 uur. Later, tegen 15.55uur, in Paradise, hoort u hoe Vieux Farka Touré de liefde voor zijn land verklankt, zijn land omschrijft, met behulp van Toumani Diabaté op kora. Wonderschoon en poëtisch moet het daar zijn, zo te horen.
Als iedereen dat land met rust laat…

 

En ja, de Multimedia-afdeling van de OBA heeft héél véél schitterende Malinese muziek op cd's in de kasten staan, wachtend op nieuwsgierige, op mooie klanken beluste klanten. Maar dat raadde u vast al.

Comments are closed.