Ongeveer 165.000 leerlingen van 6.250 Nederlandse lagere scholen worstelen dinsdag, woensdag en donderdag met de Cito-toets. De uitslag van het “proefwerk'” bepaalt mede het niveau en de keuze van de middelbare school. Behalve de kinderen, wachten ook de ouders gespannen op de uitslag.
De Cito-toets laat zien wat een kind in 8 jaar basisonderwijs heeft geleerd. Het toont ook het leertempo, concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen. Verspreid over drie ochtenden krijgen de kinderen 200 meerkeuzevragen te beantwoorden over taal, rekenen en studievaardigheden.