De Amsterdamse antropoloog Annemarie Mol heeft de NWO-Spinozapremie in ontvangst genomen. De hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam won deze prijs die uitgekeerd werd Nederlandse Wetenschaps Organisatie. De Spinozaprijs is niet alleen een eerbewijs aan het werk van de onderzoekers, maar ook een stimulans voor verder onderzoek. Het is de hoogst mogelijke onderscheiding binnen de Nederlandse wetenschap. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kent de NWO-Spinozapremie, zoals de prijs officieel heet, sinds 1995 jaarlijks toe aan maximaal vier Nederlandse toponderzoekers voor ‘voortreffelijk, baanbrekend en inspirerend onderzoek’.
Andere winnaars zijn microbioloog Mike Jetten, wiskundige Ieke Moerdijk en astronoom Xander Tielens. Zij ontvangen ieder 2,5 miljoen euro om te besteden aan onderzoek naar keuze.

Antropologie van het lichaam
Hoe gaan we met ziekte om? Hoe denken en praten we over ziekte? Wat is het eigenlijk om te eten? Dat is het soort vragen dat centraal staat in het werk van Annemarie Mol. Met haar benadering inspireert en beïnvloedt ze onderzoekers over de hele wereld.

In haar werk combineert Annemarie Mol filosofie, medische sociologie, antropologie, wetenschapssociologie en sociale theorie. Door met de bril van een antropoloog te kijken naar hoe de mens naar zijn lichaam kijkt, morrelt ze aan vastgeroeste denkkaders. Op basis van haar onderzoek naar ‘het etende lichaam’ kwam ze tot het inzicht dat genieten van eten in een dieet belangrijker kan zijn dan calorieën tellen.

Hoewel haar onderzoek ook praktische toepassingen heeft, is het vooral invloedrijk binnen de sociale wetenschappen; Mol probeert de kaders waarbinnen mensen denken en onderzoek doen te bestuderen en te veranderen.