Door een fout van de recherche is mogelijk niet meer vast te stellen of de rugzak die is aangetroffen bij Aziz A. (35) inderdaad een grote hoeveelheid van de springstof pentriet bevatte, zoals het Openbaar Ministerie stelt, dat meldt het Parool vandaag.
Justitie verdenkt Aziz A. en diens jongere broer Achraf van betrokkenheid bij de voorbereiding van de extreem gewelddadige overval op het gelddepot van waardetransporteur Brink’s op de Kollenbergweg in Zuidoost op 29 juni 2011. Met pentriet bliezen de overvallers een deel van de gevel op, waarna ze twaalf miljoen euro meenamen – waarvan nog 5,5 miljoen zoek is. Op hun vlucht, in snelle auto’s, schoten de daders met automatische wapens op de politie, die de achtervolging staakte.

Justitie vermoedt dat het bij Brink’s gebruikte pentriet uit dezelfde partij komt als waarover Aziz A. beschikte toen hij in november voor een drugszaak werd gearresteerd. Die partij zat in een rugtas in een box van de woning van A.’s vriendin.

Op een inleidende zitting in de strafzaak tegen A. bleek gisteren dat de recherche mogelijk fouten heeft gemaakt bij het nemen van monsters van de blokken uit de rugzak, waardoor het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) niet meer kan vaststellen of het inderdaad om de extreem explosieve stof gaat.

A.’s advocaat Leon van Kleef citeerde een brief van een hooggeplaatste NFI-medewerker die betwijfelt of aan de hand van de genomen monsters nog is vast te stellen of de aangetroffen blokken geheel uit explosieven bestonden die zijn verboden in de Wapenwet. Zo niet, dan is de fout niet meer te herstellen, doordat de rest van de partij is vernietigd.